Waterhoen

jaarvogel

475 waarnemingen, 2533 vogels

 

Hier en daar in oeverzones van sloten, vaarten en meren kunnen Waterhoenen tot broeden komen in het Groote Wielengebied. Na de broedtijd en het opgroeien van de kuikens blijven de vogels in de omgeving, waar ze in kleine groepjes verblijven in de buurt van boompjes. De vogels eten waterplanten, maar ook insecten en kikkervisjes en ander klein spul. De vogels leiden een tamelijk verborgen bestaan en zoeken bij onraad snel dekking in de oevervegetatie. 

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling  (gemiddelde jaarmaxima)
met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

In de jaren zeventig van de vorige eeuw waren buiten de broedtijd in het Groote Wielengebied enkele groepen van tientallen Waterhoenen aanwezig, in zachte winters vaak gedurende de hele winter. Favoriete plekken waren de vloeivelden van de voormalige melkfabriek ten zuidwesten van Gytsjerk en de nabije omgeving van de Buisman-eendenkooi. Begin jaren tachtig daalden de aantallen en sindsdien werden slechts zelden meer dan tien vogels geteld. In de broedtijd  zijn de vogels nogal heimelijk en worden regelmatig over het hoofd gezien. Buiten de broedtijd zijn de vogels meer zichtbaar. Het grootste aantal van 78 Waterhoenen is geteld in januari 1976 tijdens een NJN-excursie 

Broedvogel

 

Het inventariseren van Waterhoen is geen sinecure. De vogel zijn zeer teruggetrokken en laten niet steeds van zich horen. Je moet een beetje geluk hebben om het ‘prieuw’, dat vaak maar één keer wordt geroepen, te horen. Uit de vastgestelde aantallen broedparen is dan ook geen trend op te maken. Naar schatting broeden er jaarlijks tussen 5  en 10 paren.

2000 2005 2010 2017
8 4 11 4

Broedterritoria 2010

weidevogels Binnemiede en Weeshuispolder – langlopende reeks broedparen Meerkoet (BMP)

 

foto Ruurd Jelle van der Leij