Tuinfluiter

zomervogel

107 waarnemingen, 292 vogels

 

Eind april keren Tuinfluiters terug uit de winterkwartieren in Afrika. Vrij snel treffen ze voorbereidingen om te gaan broeden. De Tuinfluiter is een schaarse tot talrijke broedvogel in het Groote Wielengebied. Hun voorkeursgebied is bos, bosranden en struweel met een goed ontwikkelde struiklaag, waar ze hun voedsel (insecten en dergelijk spul) goed kunnen vinden. De vogels zingen als een versneld afgespeelde Merel verscholen in het struikgewas. Je ziet ze vrijwel niet, maar hun zang is onmiskenbaar. Na de broedtijd zijn de vogels veel stiller en worden ze nauwelijks meer waargenomen. 

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Ontwikkeling in aantallen waarnemingen 

 

Voorkomen gedurende het jaar  – verdeling over de maanden

Het overgrote deel van de waarnemingen van Tuinfluiters rond de Groote Wielen betreft zingende vogels. Door de jaren heen is er geen duidelijke trend zichtbaar. De pieken rond 1980 en in 2000, 2005, 2010 nen 2017 worden veroorzaakt door broedvogelinventarisaties, waarbij de vogels vaker werden waargenomen dan in jaren waarin de soort niet is geïnventariseerd. Het grootste aantal Tuinfluiters (11 vogels) is geteld op 7 juni 1980 tijdens een broedvogelinventarisatie Na de broedtijd worden daalt het aantal waarnemingen vanaf juli snel. In augustus worden al nauwelijks meer Tuinfluiters gehoord.

Broedvogel

 

De Tuinfluiter voelt zich thuis in bos en bosrand met veel struweel. Drie keer is het Groote Wielengebied in zijn geheel op  Tuinfluiters geïnventariseerd. Door de jaren heen lijkt de Tuinfluiter met de ontwikkeling van struweel en geboomte te zijn toegenomen als broedvogel. De inventarisatie van 2000 met 8 broedparen lijkt echter wat aan de lage kant. In 2017 is de soort onvolledig geïnventariseerd.

 

2000 2005 2010
8 22 23

Broedterritoria in 2010

foto Jappie Seinstra