Pimpelmees

jaarvogel

459 waarnemingen, 2235 vogels

 

Pimpelmezen zijn het gehele jaar in het Groote Wielengebied te vinden, vooral langs de randen van het gebied met wat bebouwing en bosschages en in beide eendenkooien. Het zijn insecteneters die met name in de winter ook zaden en door mensen aangeboden versnaperingen tot zich nemen. Ze broeden overal waar wat ouder geboomte met holtes te vinden is of in nestkasten. Buiten de broedtijd worden enkelingen ook wel aangetroffen in boomloze rietlanden op zoek naar voedsel.

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling  (gemiddelde jaarmaxima)
met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

Pimpelmezen trekken buiten de broedtijd vaak in groepjes op met Koolmezen. Ook de aanwezigheid door de jaren heen in het Groote Wielengebied lijkt sterk op dat van de Koolmees; alleen zijn de waargenomen aantallen Pimpelmezen meestal kleiner. Het overgrote deel van de waarnemingen komt uit bosschages , maar soms zijn Pimpelmezen in rietvelden gezien rond de Wielen, op zoek naar voedsel. De meeste Pimpelmezen worden geteld na de broedtijd vanaf augustus, wanneer groepjes Pimpelmezen met hun telgen rondzwerven. Door sterfte zullen de aantallen van de eigen standvogels verminderen, maar er kan aanvulling plaatsvinden wanneer noordelijke vogels bij voedselschaarste zuidwaarts trekken. Opvallend is de sterke afname van de aantallen getelde Pimpelmezen na de eeuwwisseling. Waar voor de tijd nog met enige regelmaat tientallen vogels werden geteld, kwamen daarna de aantallen meestal niet meer boven de 10. Op 8 oktober 1979 werd het grootste aantal Pimpelmezen (45) geteld. 

Broedvogel

 

Pimpelmezen broeden in het geboomte bij woonerven en in beide eendenkooien. In de jaren waarin het Groote Wielengebied in zijn geheel op broedvogels is geïnventariseerd, is de Pimpelmees min of meer stabiel gebleven. Dit lijkt op het eerste gezicht niet te rijmen met de sterke afname buiten de broedtijd. Mogelijk wordt de woonomgeving buiten de broedtijd voor Pimpelmezen aantrekkelijker door het groter wordende voedselaanbod.

 

2000 2005 2010
11 5 10

broedterritoria in 2010

foto Ed van Zoonen