Kolgans

wintergast

985 waarnemingen 3.183.832 vogels


Kolganzen zijn wintergasten in het Groote Wielengebied. Ze verschijnen al vroeg in het najaar in Fryslân en blijven tot in het voorjaar. In de Ryptsjerksterpolder bevinden zich slaapplaatsen, waar de ganzen ’s nachts verblijven, tezamen met andere ganzen. Vooral de ’s winters onder water staande  zomerpolders zijn daarvoor in trek, maar daarbuiten wordt ook in diverse poelen de nacht doorgebracht.  

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling (gemiddelde jaarmaxima)
met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

Vele duizenden Kolganzen verblijven ’s winters in het Groote Wielengebied. De eerste wat grotere groepen arriveren in de loop van oktober uit de noordelijke broedgebieden. De vogels vliegen elke avond bij invallende schemering naar de Ryptsjerksterpolder, waar ze met andere ganzen slapen in de onder water staande zomerpolders en bij poelen. ’s Ochtends vroeg vertrekken de ganzen rond en na zonsopgang naar de omliggende agrarische graslanden om te foerageren. In maart vertrekken de vogels weer, naar de broedgebieden in Noord-Rusland en Siberië.
In de jaren zestig van de vorige eeuw kwamen er nog maar enkele duizenden Kolganzen naar het Groote Wielengebied. Daarna is de populatie overwinterende Kolganzen in de loop van de tijd gegroeid naar 30.000 tot 40.000 vogels in de jaren tachtig. Met de inrichting van meer natte natuurgebieden in Fryslân in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur konden de ganzen op meer plekken terecht en daalden de aantallen in het Groote Wielengebied naar 15.000  tot  20.000. Hoewel hier en daar in Fryslân Kolganzen (nazaten van ontsnapte of aangeschoten vogels) zijn gaan broeden, is dat in het Groote Wielengebied niet of nauwelijks gebeurd. Het aantal zomerwaarnemingen is gering en niet terug te vinden in de statistieken.

foto Ruurd Jelle van der Leij