Kleine mantelmeeuw

zomergast en doortrekker

180 waarnemingen  828 vogels


K
leine mantelmeeuwen worden in het Groote Wielengebied gezien in de zomer maar vooral in het voorjaar. Samen met andere meeuwen slapen ze ’s nachts in de zomerpolders van de Ryptsjerksterpolder. Hoewel de forse vogels opvallen, is het lastig ze te tellen in de schemering te midden van duizenden andere meeuwen. In de vroege ochtend vliegen de vogels naar elders om voedsel te zoeken.

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling (gemiddelde jaarmaxima)
met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

Bij de slaapplaatstellingen kunnen Kleine mantelmeeuwen niet goed worden geteld. In de schemering zijn ze moeilijk te onderscheiden van de andere grote meeuwen en in de ochtend bij het wegvliegen van de slaapplaats speelt hetzelfde euvel. Groepen overdag in het veld kunnen wel goed geteld. In de loop van de jaren is de Kleine mantelmeeuw in het Groote Wielengebied toegenomen. Het grootste getelde aantal Kleine mantelmeeuwen betrof een groep van 55 vogels op 16 juni 2010 tijdens een broedvogelinventarisatie in de Binnemiede. De waarneming is exemplarisch voor de soort, want grotere aantallen worden eigenlijk alleen geteld in het voorjaar op de graslanden. In het najaar gaat het meestal maar om een paar vogels. Waarnemingen in de winter zijn nogal uitzonderlijk.

foto Ruurd Jelle van der Leij