Keep

wintergast

50 waarnemingen  476 vogels

Kepen zijn naar alle waarschijnlijkheid jaarlijks in en rond de winter in het Groote Wielengebied aanwezig. De vogels vliegen vaak mee met groepen Vinken en worden dan vaak over het hoofd gezien. De kepen-roep  is vrij karakteristiek, maar je moet er wel op gespitst zijn om het te horen. De vogels eten ’s winters diverse zaden en graag beukennootjes als die voorhanden zijn. De vogels worden meestal aangetroffen langs de randen van het gebied met wat geboomte, maar ook zijn groepjes doortrekkers gezien foeragerend op de graslanden   

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling (jaarmaxima)

 

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

In de loop van het najaar trekken Kepen uit Scandinavië naar onze contreien. Sommige trekken verder zuidelijk, anderen blijven bij ons overwinteren. De vogels worden vooral vanaf oktober / november aangetroffen, vaak samen met andere vinkachtigen. Vanaf april zijn er geen Kepen meer aanwezig. Een blik op de jaarmaxima laat zien dat in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw veel grotere aantallen Kepen werden geteld dan daarna. Toen nog werden met enige regelmaat meer dan tien vogels aangetroffen. Het grootste aantal van 110 vogels werd geteld door de NJN in oktober 1975. Vanaf de jaren negentig zijn, behalve in 1996 een keer 50 kepen in december, hooguit enkele vogels gezien, meestal samen met Vinken.

foto Ruurd Jelle van der Leij