Gele kwikstaart

zomervogel

369 waarnemingen, 1740 vogels

Gele kwikstaarten zijn van oudsher vertrouwde verschijningen in het Groote Wielengebied. De vogels zijn vooral te vinden in de zomerpoldergraslanden van de Ryptsjerksterpolder, die ’s winters onder water staan. In de winterpolders van de Binnemiede en Weeshuispolder is de soort veel schaarser. De vogels houden van kruidenrijke graslanden en akkergebieden. Akkers zijn niet vrijwel niet aanwezig, maar kruidenrijke graslanden volop. 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling (gemiddelde jaarmaxima)
 met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

Een blik op de gemiddelde jaarmaxima laten zien dat tot begin jaren negentig van de vorige eeuw de Gele kwikstaart veel talrijker was dan daarna. Zo werden vóór 1990 bij tellingen maximaal 15-20 vogels geteld. Daarna werden 10 vogels nog maar af en toe gehaald. Vanaf de jaren negentig zijn de aantallen met wat schommelingen tamelijk stabiel. De eerste Gele kwikstaarten arriveren meestal in april. De vroegste waarneming is van 2002 toen op 16 maart één Gele kwikstaart werd gezien. De grootste aantallen Gele kwikstaarten worden geteld in de periode van mei tot juli. Dit zijn vooral broedvogels.  Vanaf half augustus tot eind september worden groepjes doortrekkers gezien. De laatste waarneming is van 1981 toen op 17 oktober nog twee vogels werden waargenomen. 

Broedvogel

 

Zomerpoldergraslanden behoren tot de favoriete broedgebieden van de Gele kwikstaart. Van oudsher behoren de zomerpolders van de Warren en de polders vóór de Kobbekooi tot de graslanden met de grootste dichtheden. De Gele kwikstaart nestelt op de grond; het nest goed verstopt tussen hoge grassen. Die zijn volop in de zomerpolders aanwezig. In de winterpolders van de Binnemiede en Weeshuispolder zijn de dichtheden veel kleiner. Territoriale vogels vliegen in de broedtijd al van enige afstand op de vogelteller af en blijven enige tijd met een ijle roep boven de waarnemer hangen tot deze weer vertrekt.
Vier maal is het Groote Wielengebied in zijn geheel op broedparen geïnventariseerd. Het aantal broedparen schommelt tussen 15 en 25 en is tamelijk stabiel.

 

2000 2005 2010 2017
19 16 25 16

Broedterritoria in 2010

weidevogels Binnemiede en Weeshuispolder – langlopende reeks broedparen Gele kwikstaart (BMP) 

 

foto Ruurd Jelle van der Leij