Fuut

jaarvogel

825 waarnemingen, 4875 vogels

 

Het gehele jaar door zijn Futen aanwezig bij de Groote Wielen, als broedvogel, doortrekker en schaarse wintergast. De vogels broeden in de oeverzones van de verschillende Wielen, de Kolken en bredere vaarten. De vogels eten voornamelijk vis, die in het Groote Wielengebied  goed voorhanden is. 

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling (gemiddelde jaarmaxima)
 met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

De gemiddelde jaarmaxima van de in het Groote Wielengebied verblijvende Futen betreffen vooral niet-broedvogels.  De grootste aantallen Futen worden geteld in het voorjaar, nazomer en najaar, vogels op weg naar de broedgebieden of juist naar de winterkwartieren. De Nederlandse broedvogels ruien in de nazomer de Waddenzee en op het IJsselmeer. ’s Winters verblijven de meeste Futen op de Noordzee. Dan zijn de aantallen  in het Groote Wielengebied het kleinst. Bij tellingen gaat het dan meestal maar om enkele vogels.
De grootste aantallen vogels zijn geteld in de jaren tachtig en negentig. Toppers waren 24 maart 1991 (60), 10 september 1986 (52) en 27 augustus 1980 (49 vogels). Na de eeuwwisseling daalt het aantal Futen buiten de broedtijd met wat schommelingen geleidelijk. Een aantal van meer dan tien getelde Futen sindsdien is op de vingers van één hand te tellen.  

Broedvogel

 

Het aantal broedparen van de Fuut heeft vele jaren geschommeld rond 15-20. De meeste Futen broeden in de riet- en kleine lisdodde-oeverzones  langs de meren en vaarten. In het begin van de broedtijd in maart en april zijn het vooral de baltsende en samen opzwemmende paren die de aandacht vragen. Daarna vormen op wacht zwemmende vogels een belangrijke aanwijzing voor broeden. Vanaf juni worden veel oudervogels met kuikens op de rug gezien. Drie keer is het Groote Wielengebied in zijn geheel geïnventariseerd. De laatste jaren lijkt op basis van verspreide waarnemingen de broedpopulatie af te nemen. Naar schatting was de populatie rond 2020 nog maar de helft van tien jaar geleden. 

 

2000 2005 2010
15 20 18

Broedterritoria in 2010

foto Lubbert Boersma