Bonte strandloper

doortrekker

169 waarnemingen, 3912 vogels

Bonte strandlopers trekken door van en naar de broedgebieden in het hoge Noorden. De meeste Bontjes trekken door via het Waddengebied, waar ze foerageren op de kwelders en drooggevallen platen in de Waddenzee. Maar een klein deel pleistert in het binnenland. Zo ook in het Groote Wielengebied, waar ze vooral in maart worden gezien, voedsel zoekend op de slikkige, droogvallende zomerpoldergraslanden in de Ryptsjerksterpolder. 

 

meer info

Zoeken
Generic filters
Exact matches only
Search in title
Search in content
Search in excerpt
Filter by Categorieën
Vogels

Aantalsontwikkeling (gemiddelde jaarmaxima)
met 3-jarig lopend gemiddelde

Voorkomen gedurende het jaar  –  verdeling over de maanden

Veruit de meeste waarnemingen en de grootste aantallen Bonte strandlopers worden in februari en maart vastgesteld. Toen in de winters van 1978 en 1979 behalve de zomerpolders in de Ryptsjerksterpolder ook de nabijgelegen Bullepolder bij hoge boezemwaterstanden onder water liep werden de grootste aantallen Bontjes gezien. Zo werden op 11 maart 1978 en 13 maart 1979 400 Bonte strandlopers geteld. Daarna heeft het waterschap de dijken verhoogd, waardoor overstroming van de Bullepolder niet meer voorkwam. Vanaf begin jaren 80 bleef het aantal getelde Bontjes meestal kleiner dan 50 vogels. Net als bij de Bontbekplevier hangt hangen de aantallen Bonte strandlopers er mede vanaf of de doortrek samenvalt met de aanwezigheid van voldoende oppervlakte aan droogvallende zomerpolders. De Bonte strandlopers foerageren regelmatig tezamen met Bontbekplevieren en Kemphanen op de slikkige vlaktes. Ook in april en mei worden af en toe nog Bonte strandlopers aangetroffen, maar de aantallen zijn dan veel kleiner. Tijdens de najaarstrek worden slechts sporadisch enkele vogels gezien.

foto Chris Hishoke