Bokje
doortrekker
52 waarnemingen, 87 vogels
Het waarnemen van een bokje doet de harten van een waarnemer sneller kloppen. Ze zijn alleen te zien tijdens de trek. In tegenstelling tot Watersnippen die vaak al op enige tientallen meters van de waarnemer opvliegen, vliegen pleisterende Bokjes zwijgzaam op op korte afstand van de waarnemer. Na te zijn opgeschrikt, strijken ze meestal vrij snel weer neer in de vegetatie. Het biotoop is vergelijkbaar met dat van de Watersnip: plas-drasse graslanden en oeverzones met voldoende dekking van de vegetatie. In het Groote Wielengebied zijn verschillende plekken waar Bokjes in de trektijd te vinden zijn. De vogels broeden in noordelijke delen van Scandinavië en Rusland in open moerasgebieden en broekbossen met veenbulten.